… en Maurits kan gaan rennen
Januari 2016
Hij is sneller dan de tijd. Speelde al op zijn vierde in de F’jes van DVSU en vervolgens altijd een categorie hoger dan zijn leeftijd. Nu, net achttien, is hij één van de belangrijkste wapens in de zondag 1. Tegen DCG onderscheidde de watervlugge Maurits de Baar zich met twee goals en een assist.
De Usain Bolt van Elinkwijk logenstraft populistische kritieken op de huidige generatie jonge voetballers. Hij is zelfkritisch zonder valse bescheidenheid, toont zich dankbaar en voetbalt voor plezier en succes.
En steekt zonder morren ook buiten de lijnen zijn handen uit de mouwen. Een profdroom heeft hij nog niet uit zijn hoofd gezet, maar voorlopig blijft hij ,,gewoon bij Elinkwijk”. ,,Met deze geweldige groep moeten we naar de eerste klasse en is ook de hoofdklasse haalbaar. Elinkwijk terugbrengen naar dat niveau, dat is een mooie ambitie.”
Omschakeling
Een stage bij NEC bevestigde de vele geluiden dat hij de kwaliteiten bezit voor het betaalde voetbal. En altijd wordt daaraan de voorwaarde gekoppeld dat zijn omschakeling bij balverlies beter moet. Zoals het een raspaardje betaamt.
,,Nikos Korssen (hoofd jeugd opleidingen en De Baars trainer in de A1) zegt dat ik dan de eredivisie kan halen. Ik probeer het, maar op één of andere manier kost het me altijd een paar seconden om te beseffen dat ik er achteraan moet. Als ik zelf balverlies lijd en ook als dat op de andere flank gebeurt. Dan vergeet ik soms dat ik naar binnen moet. Dat is niet een rouwmoment of fysieke ontlading na een explosieve actie. Misschien een reactie na de focus op de aanvallende actie. Moeilijk daar grip op te krijgen. Misschien blijft dat wel altijd zo en moet ik nog meer rendement halen uit wat ik wel kan. Fysiek nog sterker worden, mijn linkerbeen verbeteren en meer kansen benutten.”
Uitstervend ras
De student Sport en Bewegen was al een uitstervend ras toen ‘de baas van de jeugd van DVSU’ hem van een pleintje in Lunetten plukte en tegen de regels in ‘echte wedstrijden’ liet spelen. Hans Ultee? ,,Ja, met zijn zoon Koen en andere oudere jongens voetbalde ik veel op straat, altijd. Als vierjarige in de F’jes was niet toegestaan maar dat wist ik natuurlijk niet. Ik was alleen blij.”
Moeder was niet altijd blij, vermoedt De Baar 13 jaar later. ,,Ik wilde altijd voetballen. Dan gingen we naar de kinderboerderij en liep ik weer naar de andere kant, het voetbalveld. En mijn moeder er maar weer achteraan lopen…”
Stopwatch
Op zijn snelheid stond toen al geen maat. FC Den Bosch had geen stopwatch nodig om hem als tweedejaars E-pupil weg te plukken bij CDW. De De Baars waren verhuisd naar Wijk bij Duurstede en vijf jaar lang ging het op en neer naar Den Bosch. ,,Vooral mijn zusje was de dupe, want mijn ouders waren veel weg en met mij bezig. Vijf jaar bij een BVO is niet niks voor een gezin.”
Het hoogtepunt van C1 van Den Bosch stuitte de opmars van de jonge Utrechter, die nooit anders dan rechtsbuiten had gespeeld. ,,De C1 voor ons was kampioen geworden en in de eredivisie besloot onze trainer 4-4-2 te gaan spelen, met twee grote sterke jongens voorin. Ik belandde op de bank en op vreemde posities als invaller. Soms zat ik huilend in de auto terug naar huis. Wat hebben we veel overlegd. Met mijn vader en ook met mijn moeder, die me altijd in alles heeft gesteund.”
Plezier
Hoe graag hij ook prof wilde worden, hij stopte. ,,Het plezier is toch de wedstrijd. Terug bij CDW werd het niet beter en mijn vader ging het helemaal uitzoeken.” Pa Eric analyseerde de regionale voetbalmarkt als een heuse zaakwaarnemer en arrangeerde drie stages voor zoonlief. Bij GVVV, Houten en Elinkwijk. Elinkwijk kreeg de meeste plusjes: ,,De naam, de grote successen van vroeger en het niveau van de B2 en B1 gaven de doorslag. Ik kon er tweede divisie voetballen en wellicht een herkansing bij een BVO verdienen.”
Jeugdcontract
Maurits de Baar groeide uit tot een attractie bij de B1 en A1 (topschutter), liep stage bij NEC en Leen van de Merkt bood hem een jeugdcontract aan. ,,Een heel groot compliment, waar ik en mijn ouders heel trots op waren. Ze hadden dus vertrouwen in mijn ontwikkeling naar de senioren toe.”
Core Stability
Daar werkte De Baar ook hard aan. Hij was op volle snelheid kwetsbaar en werd te vaak tegen de grond gewerkt. Overleg met pa leidde naar een fysio en sindsdien werkt hij wekelijks aan zijn ‘core stability’. ,,Een stevigere romp, zeg maar. Meestal ben ik een tegenstander wel te snel af, maar ben klein en in duels was een schouderduw me al snel teveel. En bij de senioren is het echt anders dan bij de A-jeugd. Veel mannelijker. Er wordt meer gevraagd en uitgedeeld. Maar mij duwen ze niet zomaar meer om.”
Nog steeds moet De Baar de eerste back tegenkomen die hem bijhoudt. Ook toen hij in zijn eerste jaar als A-junior debuteerde in de zondag 1. In Wormerveer, waar Elinkwijk een hopeloze strijd tegen zichzelf streed in de nacompetitie, viel De Baar in. ,,Ik was nog vooral met mezelf bezig, wilde laten zien dat ze iets aan me zouden gaan hebben. Dat we dreigden te degraderen, ging eerlijk gezegd een beetje langs me heen.”
Kick down
Vooral zijn snelheid op de eerste meters sprong in het oog. Tik, tik, kick down en De Baar liet zijn tegenstander(s) zijn hielen zien en had de ruimte voor een voorzet. Ook bij balverlies: hij zette de back soms schrikbarend plotseling onder druk en heroverde geregeld de bal op verbijsterde middenvelders. Dat zien trainers en toeschouwers graag.
Hij draaide de hele voorbereiding op dit seizoen mee, maar startte in de A1. Hij wist niet waarom, maar wilde niet morren of aandringen. ,,Ze moeten me nemen om mijn kwaliteiten, niet omdat ik aandring. Ze komen wel als ze me nodig hebben, dacht ik. Ik had het enorm gezellig met mijn maatjes in de A1.” Me dunkt: De A1 volgde koploper De Graafschap op de voet en De Baar was met negen goals en zes assists in negen wedstrijden beslissend.
Uitblinken
Tot de thuiswedstrijd tegen Hoofddorp. Met een A1 wedstrijd op zaterdag in de benen mocht hij zondags op de bank zitten. En invallen tegen Weesp. En uitblinken bij Zilvermeeuwen. ‘Je bent klaar bij de A1’, liet trainer Rick Testa la Muta weten. Maurits de Baar was zijn leeftijdscategorie weer voorbij gesneld.
Dak van het doel
Vier doelpunten en vier assists verder werd De Baar man-van-de-wedstrijd tegen DCG. ,,Fijn dat ik twee keer scoorde, maar dat hadden er wel vijf kunnen zijn. Moeten zijn. Dat is wel een duidelijk verbeterpunt: afmaken. Ik denk dat ik vaak wel de slimste keuze maak of ik voorzet of zelf schiet, maar als ik zelf schiet moet het vaker raak zijn. Daar praat ik veel over met de ervaren jongens. Jacky Testa la Muta helpt me op dat punt veel, net als Yahya el Mansori, die natuurlijk goed weet hoe een doelman denkt. ‘Schiet hoog, in het dak van het doel’, zegt die soms. ‘Dat verwacht een keeper niet’.”
De doelman van Pancratius – zondag tegenstander aan het Theo Thijssenplein – is een gewaarschuwd man. Want dat De Baar een aantal keer alleen, met de bal aan de voet, op hem af zal komen, lijkt een zekerheidje. Veel aanvallen lopen via De Baar. Of het nou in de counter is, zoals tegen DCG keer op keer, of vanuit verzorgde aanvalsopbouw. ,,Ja, veel gaat via mij. En dan kan Maurits gaan rennen. Of het nou een lange uittrap is van Yahya el Mansori, doorgekopt door Gino Cornet, of een directe dietepass van Jeffrey Pfoster, Nick van Schaik, Gavin Manders, of Don Cornet: Maurits kan gaan rennen.”
Rennen
,,We hebben veel snelheid voorin en een goede counter. Maar we hebben ook voetballende middenvelders die een goede opbouw kunnen verzorgen. Het is maar wat de wedstrijd vraagt. Als zij vast staan, is de lange bal een prima wapen. Dan kan Maurits gaan rennen.”
Hij zegt het vaak, in de derde persoon: ‘…en Maurits kan gaan rennen.’ Heeft het waarschijnlijk zovaak gehoord dat het een gevleugelde term werd. Een geuzenomschrijving die zijn techniek en inzicht tekort doen. Usain Bolt zal sneller zijn, maar of de superspurter een betere voetballer is, moet nog blijken.