Jeroen Smit: ‘Het verhaal bestaat pas als je het deelt’

Met het boek ‘De Prooi’ reconstrueerde Jeroen Smit hoe blinde trots ABN Amro brak. De onderzoeksjournalist sprak 133 bankiers, bestuurders en adviseurs om de gedachten en vooral het gebrek aan inlevingsvermogen van bankier Rijkman Groenink met de lezer te delen. Het succes van het boek en de verfilming bewijzen het nut van journalistiek voor de samenleving.

FNV, Eerlijk Delen, Interview, Journalistiek, content, Jeroen Smit, LDRT, Magazine

Wat was het eerste dat jij moest delen?

‘Mijn moeder. Ik was vier toen ik een grote plastic vrachtwagen kreeg. Prachtig natuurlijk! Maar vervolgens zei ze: “Er komt een broertje”. En toen hij er was, kreeg ik nogal eens te horen: “Jij hebt nu een vrachtwagen”. Dan vroeg ik: “Wanneer gaat hij weer weg”. Dat was wel een beslissend moment, een onomkeerbaar besef. Mijn koninkrijk was in tweeën uiteengevallen en een jaar later, toen mijn zusje geboren werd, in drieën.’

Mooi, het bezit van de vrachtwagen woog niet op tegen de tijd en aandacht van je moeder.

‘Nee, alles lijkt in onze samenleving om bezit te draaien, maar je eerste levensbehoefte is veiligheid. Je beschermt je bezit om je veilig te voelen, zelfs al doe je een ander tekort. Ik kan het ook weggeven, maar wat ben ik dan kwijt? Het is een constant dilemma.’

Na je studie ging je in Indonesië werken als consultant en je werkgever bracht 1500 gulden per dag in rekening.

‘Terwijl ik begin twintig was, niet een doorgewinterde specialist. Juist daardoor begon de schoen te wringen. De verhouding prestatie-beloning voelde niet eerlijk. Ik was niet gelukkig.’

Tot je je pen vond?

‘Schrijven had er vanaf het schoolkrantje al ingezeten en toen ik de cursus ‘Journalistiek schrijven’ deed, voelde ik opwinding. Dat gevoel ging terug tot een reis door India, die ik had gemaakt voordat ik in Indonesië begon. Koeien in de straat, hindoes en moslims die door elkaar leven. Totale verwarring. Tot ik ‘Freedom at midnight’ las. Dat gaat over hoe de Britten India hadden losgeknipt van Pakistan. Niet feitelijk, maar verhalend: “Terwijl de mist optrok, stapte Mountbatten in zijn Aston Martin …” Alsof ik er als lezer bij was.’

Waarom is dat belangrijk?

‘Een verhaal bestaat pas als je het deelt. “Ah, zit dat zo”, dat gevoel. Betrouwbare informatie zodat je een goede beslissing kunt nemen, over je baan, over je stem bij verkiezingen, over waar de vakantie naartoe gaat. Dat geeft een veilig gevoel. Daarom moet een verhaal ook “raken”.’

Goed geïnformeerde burgers zijn een voorwaarde voor een veilige samenleving?

‘Als mensen zich niet veilig voelen, kiezen ze voor hun eigen hachje. Daarom is het de plicht van de samenleving die informatievoorziening te organiseren. Dat journalisten hun werk goed kunnen doen, is een voorwaarde voor een veilige samenleving. Zij hebben de taak de waarheid boven tafel te krijgen, de macht te controleren en de juiste informatie te delen.’

Dat is er door technologische vernieuwingen zoals internet niet eenvoudiger op geworden. Er wordt veel geroepen, ook door niet-journalisten. Er is veel informatie waar ik me niet veiliger door voel.

‘Het is een explosie van informatie. Trump, alternative facts en populisme. Iedereen kan overal bij en iedereen kan heel veel mensen bereiken. Mensen raken de weg kwijt. Dat betekent dat journalistiek alleen maar belangrijker wordt. Om mensen te vertellen wat wél waar is, wat betrouwbaar is en relevant. Jongeren zijn daarin overigens net zo geïnteresseerd als ouderen, zij het langs andere kanalen en op andere tijdstippen. Ze organiseren hun nieuwsvoorziening vooral zelf.’

En veelal gratis, want online kan iedereen overal bij. Dus een adverteerder hoeft niet meer zo nodig in de krant. Terwijl journalistiek een prijs heeft.

‘Dat adverteerders die prijs niet meer betalen, ontwricht het traditionele verdienmodel van de journalistiek. Dat doet de journalistiek en daarmee de samenleving heel veel pijn. Pijn die hoort bij overgangstijden en daarin is de vraag aan de politiek hoe we ons journalistieke ecosysteem weer gezond krijgen.’

Goed: verplaats je in Mark Rutte. Wat zou je doen?

‘Ik heb wel een fantasietje. Vooral regionaal en lokaal is er geen geld voor journalistiek. Dus laten we dat op gemeentelijk niveau bekostigen uit drie geldstromen: een derde adverteerders, een derde gemeente en een derde bewoners. Dan kan elke wethouder elke week worden gebeld door een journalist. Die wethouder weet dan dat bewoners met hem meekijken. Zo voorkom je dat macht corrumpeert. Alleen zo.’

En bouw je aan vertrouwen.

‘Dat is echt nodig. Mensen vertrouwen politici en allerlei andere gezagsdragers steeds minder. Met nog meer persvoorlichters los je dat niet op. Dat is 20ste-eeuws. We moeten juist in betrouwbare en toegankelijke journalistiek investeren. Alleen onafhankelijke informatie en checks and balances zorgen ervoor dat we ons veiliger voelen.’

Meer Eerlijk Delen

Gepubliceerd in FNV Magazine

JEROEN SMIT (54)

koos na een korte carrière als bedrijfskundig consultant voor de journalistiek. Hij maakte spraakmakende verhalen bij Het Financieele Dagblad (De Financiële Persprijs 1994), het AD en FEM/De Week. Hij is met name geïnteresseerd in de corrumperende macht van leiders in het bedrijfsleven: ‘Keizer Cees’ (van der Hoeven) in ‘Het Drama Ahold’ en Rijkman Groenink in ‘De Prooi’, dat De Loep en de Machiavelliprijs verdiende. Smit was van 2011 tot 2015 hoogleraar Journalistiek in Groningen. Hij werkt inmiddels aan zijn derde boek, over Unilever. 

Leave a Comment

Your email address will not be published.

Start typing and press Enter to search